Vanaf 50 n.Chr. tot aan de val van hun rijk rond 461 n.Chr. heersten de Romeinen over de Champagne-regio. Hoewel de Romeinen bekend stonden voor hun wijnbouw, zeggen sommige historici dat de wijnbouw pas echt voet aan de grond kreeg in Champagne tegen het einde van de 4e of begin van de 5e eeuw. Wel ontdekten de Romeinen in de Champagne het krijt, een carbonaatmineraal dat gebruikt werd voor bouw en constructie.
In de 5e eeuw drongen de Franken, een Germaanse stam, het gebied van het huidige Frankrijk binnen.
Hun koning, Clovis, veroverde Gallië. Bisschop Remi van Reims bekeerde Clovis later tot het christendom.
In de vroege middeleeuwen was het gebruikelijk om verschillende druivensoorten en wijngaardpercelen te mengen. De monniken maakten de wijn, zij ontvingen druiven van boeren als betaling voor de kerk. De druiven werden vervolgens collectief geperst, zonder specifieke aandacht voor de samenstelling van de blend.
De wijnen stonden bekend als vins de la montagne (bergwijnen) en vins de la rivière (rivierwijnen), poëtisch verwijzend naar de glooiende heuvels en het netwerk van rivieren in de regio. Er werden zowel rode als witte wijnen geproduceerd.
In de 17e eeuw was de Engelse glasblaasindustrie in volle gang, wat leidde tot sterker Engels glas dat de druk van de tweede gisting in de champagnefles kon weerstaan. In dezelfde eeuw werden de unieke comprimeerbare en uitzetbare eigenschappen van natuurkurk opnieuw benut voor het afsluiten van wijnflessen. Rond het einde van de 17e eeuw werd de term "Vin de Champagne" al veel gebruikt.
De officiële champagnefles werd geïntroduceerd op 8 maart 1735, vormgegeven door een koninklijk besluit.
De 18e eeuw bracht zware weersomstandigheden voor de Champenois. Er waren vaak misoogsten of oogsten van lage kwaliteit, en de verwoestende vorst in de winter van 1788-1789 deed veel wijnstokken de das om.
Ondanks de nauwe banden met de adel en de geprivilegieerden, werd de champagnemarkt na de Franse Revolutie van 1789 niet in een negatief beeld gezet door de nieuwe revolutionaire gedachtes, sterker nog, de dag na de executie van Marie-Antoinette dronk het revolutionaire hof champagne.
Van 1803 tot 1813 vocht Napoleon verschillende veldslagen uit tegen Rusland, Pruisen en Oostenrijk. Reims en Epernay werden herhaaldelijk door beide partijen ingenomen, wat de bekendheid van Champagne in Europa ten goede kwam.
In het begin van de 19e eeuw was het merendeel van de in geproduceerde wijn nog steeds rood in de Champagnestreek, rond de 90%.
In 1850 daalde de rode wijn productie naar ongeveer 66%, de mousserende wijnen van Champagne werden steeds populairder.
Het aantal gevestigde champagnehuizen steeg explosief van tien in de 18e eeuw naar honderd in 1821. Dit aantal groeide nog verder na 1840, toen sterker flessenglas het probleem van breuk aanzienlijk verminderde.
Geëtiketteerde flessen verschenen in 1820, doseermachines in 1844, en vanaf 1856 werden kurken bedekt met folie.
Tegen het einde de jaren 1870 begonnen sommige producenten af te stappen van de kurk-en-touw afdichting ten gunste van een kurk-en-kooi afsluiting (muselet), die vanaf 1880 mechanisch bevestigd kon worden.
Van de totale oogst in Champagne bestaat 31% uit Chardonnay, 31% uit Pinot Meunier, en maar liefst 38% uit Pinot Noir.
De meest gebruikte druivensoorten zijn Chardonnay, Pinot Noir & Pinot Meunier.
Iedere druivensoort heeft zijn eigen aroma's en smaakkenmerken.
Pinot Meunier:
Chardonnay:
Brut Nature, geen suiker toegevoegd, maximaal 3 gram restsuiker per liter.
Dit type champagne wordt ook wel "ultra brut", "brut zéro" en "brut intégral" genoemd.
Er is geen liqueur d'expédition aan toegevoegd en bevat van nature minder dan 3 gram per liter restsuiker.
Extra Brut, met een dosage van minder dan 6 gram per liter
Brut, met een dosage van minder dan 12 gram per liter.
Extra Sec, met een dosage van meer dan 12 en minder dan 17 gram per liter.
Sec, met een dosage meer dan meer dan 17 en minder dan 32 gram per liter.
Demi-Sec, met een dosage van meer dan 32 en minder dan 50 gram per liter.
Doux, met een dosage van meer dan 50 gram per liter.
Assemblage
Een blend van druivensoorten in een champagne.
Blanc de Blancs
Een champagne van 100% Chardonnay.
Blanc de Noirs
Een champagne van 100% Pinot Noir of Meunier.
Brut Sans Année
Een "Non-vintage" champagne.
Cru
Een wijnveld of een groep wijnvelden die behoren tot een bepaald dorp.
Cuvée
Champagne exclusief gemaakt van de eerste 2.050 liter sap van de persing.
Millésime
Een champagne 100% gemaakt van de oogst van één specifiek jaar.
Prestige
Een prestige is de hoogste kwaliteit champagne van een bepaald huis.
Mousse
De bubbels in champagne.
1e Fermentatie
De primaire fermentatie in tanks of eikenhouten vaten waarbij de druivenmost in wijn wordt omgezet.
2e Fermentatie
De fermentatie in de flessen wanneer ze rijpen in de champagnekelders.
Liqueur de tirage
Een mix van wijn, suiker en gist voor het starten van de 2e fermentatie.
Remuage
Het proces waarbij flessen in een rechtopstaand rek worden gedraaid en gekanteld, om het bezinksel in de hals van de fles te verzamelen ter voorbereiding van het dégorgement.
Liqueur d'expédition
Een mix van wijn en suiker die wordt toegevoegd aan de champagne.
Dégorgement
De met de liqueur de tirage ingebrachte gist wordt uit de fles verwijderd, meestal door het in pekel bevriezen van de flessenhals. Door de druk in de fles wordt de bevroren gist in de hals met kracht uitgedreven.